De bedoeling van deze oefening is het verzamelen van alle ballen, zo dicht mogelijk bijeen. De oefeningen komen steeds in een groep van 4 situaties, die min of meer gelijk zijn, maar steeds anders uitgevoerd worden. De groepen zijn genummerd, om ze per groep te kunnen oefenen, maar ook voor het geval je vragen mocht hebben. Dan kun je er gemakkelijk naar verwijzen.

Richtlijnen voor het bespelen van de situaties: De carambole moet gemaakt worden – probeer dicht bij de derde bal te blijven – breng de tweede bal naar de verzamelpositie bij drie – werk aan dominantie (bal 2 en 3 controleerbaar voor je uit, richting korte band) – breng de ballen in een verzamelpositie aan de korte band.

Blad 10. Een grotere afstand tussen stootbal en aanspeelbal maakt het er niet makkelijker op. De aanspeelbal op de juiste dikte raken wordt lastiger. Probeer bij een grote afstand tussen 1 en 2 een te veel aan zijeffect te vermijden, om een curve in de rollijn weg te houden. Als er toch veel zijeffect gegeven moet worden in een lange rollijn naar de tweede bal, dan kun je die curve een beetje compenseren, door iets dikker op twee aan te spelen.

Blad 11. Bandstoten voor liefhebbers. Verzorgd en gecontroleerd technisch netjes afstoten. De stootbal liefst dicht bij drie laten eindigen om makkelijker verder te kunnen. Niet elke afstoot eindigt in een seriepositie aan de korte band. Doe er iets goeds mee.

Blad 12. De ruimte tussen tweede en derde bal is vrij groot. Met een speelbal in de positie, tussen tweede en derde bal, liggen de problemen voor het oprapen. Neem de tijd om uw technisch kunnen optimaal op tafel te brengen. Een goede uitvoering levert u een redelijke vervolgsituatie op.

Blad 13. De verleiding is er om het even kalmer aan te doen. Houdt de essentie in het oog. De bedoeling is, om de carambole te maken en…. de volgende ook!! Om dat te bereiken moet er zorgzaam verzameld worden om controle te houden.

Blad 14. Op een uitzondering moet dit goed te doen zijn. De feiten zijn, dat elke afloop lijkt op wat je hebt bedoeld bij de afstoot. Het is nooit 100 % volgens plan. Wees tevreden met een redelijk resultaat. Kennis en ontwikkeling door training zullen je stootprecisie verfijnen en verbeteren.

Blad 15. Lange rollijnen met een mooie verzorgde rustige afstoot. Probeer bij de derde bal te blijven. Een paar keer herhalen geeft u het gevoel hoe de positie het best aangepakt kan worden. Een eenvoudige carambole telt net zo zwaar als een forse zwieper over 5 banden.