09. Theorie: Variatie van uitvalshoeken bij kwart, halfvol en drievierde vol aanspelen.
Het valt niet mee, om in te schatten wat de uitvalshoek van de stootbal is, als de tweede bal wordt aangespeeld. Ik raad u aan om de drie pagina’s af te drukken en op uw gemak te bekijken.
Voor elk apart blad is een vaste aanspeeldikte toegepast. De aanspeeldikte van bal 2 is op blad 1 een kwart vol, op blad 2 half vol en op blad 3 drievierde vol.
Vervolgens gaan we de afstoothoogte op de stootbal variëren. Van hoog naar laag met tussenstapjes maakt heel wat verschil.
Op ieder van de drie bladen tonen de situaties linksonder de uitvalhoek bij trekeffect en de situaties rechtsboven de uitvalhoek bij doorschieteffect. “-” is onder het hart, “+” is boven het hart gestoten.
U zult begrijpen dat ik, om het een beetje overzichtelijk te houden, geen gebruik heb gemaakt van de invloed van zijwaarts effect op de stootbal. Dan zou het aantal pagina’s te groot worden en het overzicht zoek zijn.
De bedoeling is om u een bruikbare indruk te geven van de verhoudingen in de balwijkingen.
Veel plezier met deze biljartstudie, bij voorkeur bij de open haard, met een lekkere borrel in de hand.