16. De haakse bal
Wanneer de stootpositie in een rechte hoek ligt, kun je op meerdere wijzen de situatie aanpakken. Als je de tweede bal onder een ruime hoek wilt laten uitdraaien, kun je beter gebruik maken van aanspelen onder hoeksplitsing. De tweede bal wordt meer naar de zijkant aangespeeld. Dat vergroot de wijkingshoek van de tweede bal t.o.v. de inrollijn van de stootbal.
Om te voorkomen dat de stootbal onnodig voorwaarts uitwijkt, moet er op trekstoothoogte worden afgestoten. Moet de tweede bal zoveel mogelijk rechtdoor worden weg gestoten, dan speel je bijna maximaal (7/8) vol aan. De stootbal op amortihoogte dwingend aanspelen. De glijdende stootbal wijkt traag uit naar de derde bal. De enige mogelijke richting om de stootenergie in een uitwijking tot uiting te laten komen.
Het spreekt vanzelf dat er eindeloos veel kleinere en grotere variaties mogelijk zijn, met de bijhorende subtiele aanpassingen in de uitvalshoeken. De studie is de moeite meer dan waard. Een goede beheersing van dit stootbeeld is een verrijking voor uw spelniveau. Een foutenanalyse van het spel toont aan, dat in een partij/wedstrijd een herhalend patroon herkenbaar is. Verhoog uw spelniveau door studie en training.