De bijgevoegde tekening is simpel in zijn eenvoud. Waar komt toch die angst voor de eenbandstoot vandaan. Veel spelers kiezen voor het aanspelen van de bal op positie 35. Dunnetjes uitdraaien naar de korte band en zachtjes naar de laatste te raken derde bal. Dat biedt schijnzekerheid. In essentie willen we zachtjes uitrollend eindigen bij de derde bal. Dicht eindigen bij de laatste bal geeft een prettiger voorzetting in de vervolgstoot. De meest waarschijnlijke aanspeelbal ligt immers dichtbij en kan daardoor zuiverder worden aangespeeld. Het kan allemaal goed uitpakken en meevallen.

In de vijf stellingen voor de librist (maken – bij drie blijven – twee bijhalen – dominant worden – serie positie vasthouden) volgt nu, dat de tweede bal in verzameling moet worden gebracht. Die gedachte laten we met het aanspelen van de bal op 35 ineens los. Waarschijnlijk door angst voor de lastige eenbandstoot.

We weten, uit veel basisposities, dat een halfvol aangespeelde bal, met een afstoot op de hartlijn, ongeveer vijfenveertig graden wijkt. Dat gebeurt hier ook. De inrolhoek van de stootbal is vijftien graden. Er resteert nog een wijking, na band- en balcontact, van dertig graden. De stootbal zal dan eindigen bij punt dertig. Dat is te ver. Om de uitvalshoek met vijftien graden te beperken, moet de stootbal met een halve centimeter links (tegen) effect worden gespeeld. De uitrolhoek wordt nu beperkt met vijftien graden en de stootbal rolt naar punt 35.

De aangespeelde tweede bal wijkt, na halfvol aanspelen, onder een hoek van dertig graden. Gevoegd bij de vijftien gradenhoek van de schuin aanrollende stootbal, wordt de uitval, na kaatsing op de lange band, een hoek van vijfenveertig graden. Dat duwt de aanspeelbal via de korte band naar het verzamelpunt bij 35.

Een schijnbaar lastige stoot met kennis van zaken en enige durf aanpakken, levert veel op. Zonder aanvullend effect eindigen we bij 30. Met een halve centimeter rechts effect komen we uit bij 25. Een eenvoudig stootbeeld met prettige gevolgen voor de speler met kennis van zaken. Doe er uw voordeel mee en probeer het eens uit in alle rust, zonder het gedoe van een partij. Hier heb je even tijd voor nodig, om er aan te wennen en het in je technisch kennisprogramma op te nemen.

Met biljartgroet, Cas Juffermans