56. Het zal je overkomen

Bij het inspelen en tijdens trainingen spelen we de aan ons bekende stootbeelden om onze instelling en speelconditie op de tafel even te testen. Lastige stootbeelden, die ons soms voor de neus komen in een partij, laten we even terzijde om een goed wedstrijdgevoel te kweken. Op het kritieke moment wordt ons inzicht in speelsituaties op de proef gesteld. Daar moet je dan voldoende tijd voor nemen.

Haastige spoed is ook hier zelden goed. Bekijk de situatie van verschillende kanten. Blijf uitgaan van caramboleren en de positie op tafel vereenvoudigen. Dat vraagt inzicht, ervaring en technische kennis van het rolgedrag van de ballen. De uitval van de stootbal op bal twee is afhankelijk van  aanspeeldikte en de afstoothoogte op bal een. Daarna werkt  meegegeven zijeffect uit op de banden waar de stootbal op komt. Aanspelen op halfvol heeft het voordeel, dat het aanspeelpunt nauwkeurig is vast te stellen. In mijn biljartboeken zijn steeds de uitval van de stootbal en het het gedrag van de stootbal op de te raken banden uitgebeeld en toegelicht. Doe daar in lastige situaties je voordeel mee.

Oefen deze patronen regelmatig. Daardoor schrik je niet zo gauw meer, als de positie die je aantreft nogal tegenvalt. Dat vergroot je kansen om langer aan tafel te blijven. Laat het hoofd niet hangen, als de vervolgpositie helemaal niet lijkt, op wat je verwachtte. Je staat er nog en met inzet van al je mogelijkheden, kun je deze tegenvaller misschien pareren. Daarna loopt het vast beter en kun je mogelijk gaan werken aan een serie.

Succes er mee.
Cas Juffermans.

.

Gebruikte afkortingen: 

Wellicht is het nog eens een keer goed om te herhalen wat de afkortingen betekenen, die je bij de afbeeldingen ziet staan. Deze kun je ook terugvinden in de eerste edities van deze trainingscolumn. Bijv. 1/2 vl 2/3 re rh betekent tweede bal 1/2 vol aanspelen, met 2/3 rechts effect en afstoten op rolhoogte.

h – hoogtehl – hartlijnzz – zuidzijde van bal 3
l – linksth – trekhoogtewz – westzijde van bal 3
r – rechtsrh – rolhoogtenz – noordzijde van bal 3
t – trek(ken)al – amortilijnoz – oostzijde van bal 3
v – vold – dunge – geen effect
e – effectre – rechtseffect le – links effect
ds – doorstoten-/+ – iets minder/meer danhs – hoeksplitsing
dun = 1/4 | 1/2 = half vol  |  3/4 = driekwart vol  |  2/3 = twee derde vol | 7/8 = zeven achtste vol