63. Afstoot

Je zult de eerste niet zijn, die de tegenstander de eer geeft om af te stoten. Het kan natuurlijk ook vrees zijn om de afstoot te missen. Dat gebeurt velen regelmatig. Daarom heb ik het risico van de afstoot in beeld gebracht en tevens de juiste aanpak er bij geplaatst.

Dit stootbeeld laten we rollend vertrekken door een halve centimeter boven de hartlijn af te stoten met een centimeter effect op rechts. Dat zijeffect doet de stootbal makkelijker en wat dynamischer draaien in de hoek, na de ontmoeting met de aanspeelbal. De aanspeelbal kun je het beste aanspelen op 2 centimeter (20 millimeter uit het hart van de aanspeelbal aan de linkerkant, gerekend vanuit het midden, zoals de tekening aangeeft. Onthoud dat elke millimeter vanuit het midden aangespeeld, staat voor een uitwijking van de aanspeelbal van 1 graad. Speel je halfvol (30 millimeter) aan op de aanspeelbal dan wijkt die bal 30 graden uit naar rechts. Dat is te dun aangespeeld. De aanspeelbal wijkt te veel uit en zal vanaf de korte band onderweg, ongeveer het midden van de lange band aan de rechterzijde de iets sneller rollende speelbal, ondanks de grotere rolafstand, ontmoeten (klossen). Bij halfvol aanspelen gaan beide ballen, speelbal en aanspeelbal met min of meer de zelfde rolsnelheld uiteen. De stootbal houdt bij juist aanspelen iets minder snelheid over dan de aanspeelbal, maar haalt door het geplaatste zijeffect de aanspeelbal langzaam in.

Dat is niet de bedoeling. Om op de goede plaats aan te spelen, gebruik ik een setje Super Aramith ballen. De ongemerkte bal is mijn stootbal op het acquit. Tijdens het oefenen leg ik de rode er naast en gebruik is de met een zwart ringetje gemerkte witte bal als aanspeelbal. Het ringetje (merkteken) plaats ik precies op de plek waar ik op mik bij de afstoot naar de aanspeelbal.

Even de opmerking voor onwetenden. Als je 20 millimeter op links mikt, weet dan, dat de stootbal en de aanspeelbal elkaar raken op een afstand van 10 millimeter uit het hart van de aanspeelbal. Ga maar eens dichtbij op de situatie kijken als je twijfelt. De mathematische verhouding zijn wiskundig bepaald. Elke millimeter is goed voor een zelfde millimeter in de uitwijking van de stootbal, gelet op de rollijn in de afstoot. De kleine verschillen worden soms bepaald door het materiaal waarmee je aan het biljarten bent. Oud of nieuw, schoon of vuil, Optimale of barre omstandigheden, gelet op licht, temperatuur, luchtvochtigheid, zaalgeluiden, muzikale omlijsting en wel of geen goede barmedewerkers. Doe er jullie voordeel mee. Wie weet kun je er met beginners en ervaren spelers eens een kleine discussie aan wagen, om die beginvrees voor de afstoot voor eens en voor altijd kwijt te raken. Lakentype, spelsoort, ballensoorten, merk, keugewicht en krijtkwaliteit, laat ik dit keer even buiten beschouwing.

Veel fijne uren toegewenst in de biljartzaal, samen met uw biljartvrienden.
Iemand noemde Het biljartspel ooit “horizontaal ballet”. Vind ik ook!!

Met biljartsportgroeten van Cas Juffermans