09. Hoe kan dat nou?

biljartenmetcas

Hoe kan dat nou ?

De kampioenschapsdagen zijn in aantocht. Om goed beslagen ten ijs te komen gaat menige speler nog een paar keer extra trainen. Op dat moment schiet ik vol met allerlei biljartvragen. Waar gaan we extra op oefenen? Wie corrigeert mijn zwakke speelpunten? Hoe kom ik aan aanwijzingen, die mijn kansen vergroten? Is mijn stoothouding juist? Welke spelsituatie brengt mij keer op keer ernstig in moeilijkheden? Waar ligt mijn speelkracht?

Een paar uurtjes aan tafel staan en biljarten is dikwijls veel van hetzelfde zonder zenuwen. In een beslissende partij moet je kunnen terugvallen op mentale controle en je basistechniek, welke je zelden of nooit in de steek mag laten. In de praktijk zie je soms het omgekeerde. Een zeer moeilijk spelpatroon wordt soms ook nog zeer complex benaderd. De intentie moet toch zijn om aan tafel te blijven. Als er niet meer in zit, dan kijk je waarschijnlijk belangstellend uit naar de afloop. Is de situatie heel goed speelbaar, dan mag je ook bewust werken aan het verzamelen van de positie. Dicht bij elkaar kun je meestentijds beter uit de voeten met een vervolgstoot. Neem risico’s die aanvaardbaar zijn en verantwoord. Een stunt slaagt zelden. Het is zo jammer dat veel biljarters de steun en visie van ervaren biljarters met kennis van zaken moeten missen. Hele volksstammen moeten het zelf maar uitzoeken al die jaren. Menigeen vraagt zich af hoe het toch komt dat er geen progressie meer gemaakt wordt. Eigen vindingen kunnen soms met enige adviserende opmerkingen uw spel beduidend verbeteren.

Gelukkig zijn er heel wat biljarters die zich wel richten tot biljartdocenten. Het is aan hun spel te zien, dat zij hun talenten ontwikkelen en goed gecoached worden.

les

Anderen spelen al jarenlang op hetzelfde niveau, ondanks vele uren trainingsarbeid. Iemand moet je soms de ogen openen en wat aanwijzingen geven waar je wat aan hebt. Het hoeft niet veel te zijn. Een speler kan met elke belangrijke aanwijzing een poosje vooruit, om dit nieuwe element in zijn reguliere spelopvatting een plaats te geven. Een goede foutenanalyse kan hierbij hulp bieden, wanneer een collega biljarter daar aantekeningen over wil maken. Mijn persoonlijke voorkeur gaat nog steeds uit naar groepstraining op districtsniveau voor belangstellenden. De deelnemers mogen daarbij niet al te veel van niveau verschillen. Misschien is er in de toekomst voor elke klasse een open instructieavond te realiseren. Op elk niveau is voldoende kennisoverdracht mogelijk. Voor zover mij bekend zijn de betere spelers best genegen om hun kennis aan echte liefhebbers door te geven. Dan hoeft de urenlange inzet, als voorbereiding op een kampioenschap niet zonder vrucht te blijven. In andere districten wordt actief en intensief werk gemaakt van biljarttrainingen op elk niveau. Mogelijk kan de fusie met Kennemerland een prikkel betekenen voor de spelkwaliteit van veel biljarters. Het wordt immers veel moeilijker, met ingang van volgend seizoen, om de laatste acht te bereiken van een klassefinale. De spoeling is ruimer geworden en het aantal liefhebbers voor een titel is toegenomen. Daar moet hard voor gewerkt worden in de voorwedstrijden. Een beetje verbetering van de spelkwaliteit kan daarbij helpen. De materiaalverzorging is bij velen prima op orde. Toch kom je nog veel spelers tegen die niet kijken als ze hun pomerans van krijt voorzien. Het topeinde is soms vet en stroef. Ook in de hoofdklasse zie je soms een spelers de pomerans bekrijten, boven het laken. Dat hoort niet.

Het is pijnlijk en jammer voor betrokken spelers, dat er niemand een handje toe kan steken als je veel last hebt van partijstress. Beginnen is moeilijk, eindigen soms nog moeilijker. Na de wedstrijd is het soms ach en wee over tegenstander, materiaal, de toeschouwers, het licht, de arbiter, de drukte thuis en wat al niet. Je hebt evenveel beurten gekregen als je opponent. De ballen lagen bij aanvang binnen de vier banden. Niemand heeft je opgejaagd om snel te spelen. Sommigen komen niet eens toe aan het plezier van het biljartspel.

Elke beurt is toch een klein geschenk van de tegenstander. Geniet er van en maak er het beste van. Gun de tegenstander zijn eigen genoegen wanneer de beurt lekker loopt. Neem je voor de volgende beurt je uiterste best te doen, met de kennis, de kunde en de positieve mentale instelling, waarmee je de partij naar je hand probeert te zetten. De beste wint altijd!!

Tot een volgende keer maar weer.

Cas Juffermans – Oegstgeest.