De bedoeling van deze oefening is het verzamelen van alle ballen, zo dicht mogelijk bijeen. De oefeningen komen steeds in een groep van 4 situaties, die min of meer gelijk zijn, maar steeds anders uitgevoerd worden. De groepen zijn genummerd, om ze per groep te kunnen oefenen, maar ook voor het geval je vragen mocht hebben. Dan kun je er gemakkelijk naar verwijzen.

Kijk op de pagina puntenmodel voor de afkortingen en de  juiste plaatsing van de ballen (alhoewel dat ook heel goed aan de hand van de tekeningen kan).

Aan de zijkant van de afbeeldingen staat de positie aangegeven van bal 1, 2 en 3. Deze zijn terug te vinden in het puntenmodel.
In dit voorbeeld resp. bal 1, 2 en 3 op positie 32, 34 en 22 plaatsen..

Daarachter staat in afkortingen aangegeven hoe bal 2 moet worden aangespeeld en hoe bal 1 moet worden afgestoten.
Bal 2 1/4e vol aan de linkerkant aanspelen. Bal 1 afstoten op de hartlijn met 3/4e links effect.